De akker

Wat leden willen eten is het uitgangspunt voor de groenteteelt. Uiteraard wordt wat er aan teelt mogelijk is bepaald door de grond en de ligging van de boerderij. Verder is een duurzame benadering van de bodem altijd de basis. Dat betekent onder meer dat de opeenvolgende teelten de bodem beter moeten achterlaten dan dat ze hem aantroffen. Je ziet op de akker, afhankelijk van het seizoen; strokenteelt met groenten ingezaaide percelen; kippen die die daartussen hun eigen eten bij elkaar scharrelen op de voederstroken; aardappelvelden; zonnebloemen en maïs voor het veevoer en dan weer de kale grond waar net geoogst is of gezaaid/geplant gaat worden of bedekt in rust met een groenbemester. Bij de start in voorjaar 2019 is met een eerste enquête onderzocht wat de leden aan groenten zouden willen eten. De praktijk is dat we het teeltplan dat achter ons ligt evalueren en de boeren dat meenemen in het teeltplan voor het komende seizoen. Het groenteaanbod varieert met de seizoenen en is uiteraard ook afhankelijk van de (weers)omstandigheden. Herenboeren eten vanzelfsprekend met de seizoenen mee en eten wat het land geeft. We streven naar een mooie mix van 30 tot 50 gewassen jaarrond. Wat groeit er dan zoal? Bijvoorbeeld bonen, in verschillende soorten en maten, courgettes, bietjes, prei en venkel, diverse soorten sla, verschillende soorten vollegronds groenten zoals aardappelen en uien. Maar ook knoflook en paksoi kunnen in het teeltplan zitten, net als knolgewassen en pompoenen. En niet te vergeten de oogst uit de tunnelkassen.

Deel dit bericht: